Overwegingen uitrusting
We hebben boordinstrumenten en GPS van Furuno. Later hebben we ook een stuurautomaat van Furuno toegevoegd. Een zware hydraulische cilinder, direct op het kwadrant van het roer, aangestuurd door een slimme computer. Die stuurt geweldig maar neemt nogal wat stroom.
We hebben daarom ook een tweedehands Monitor windvaan zelfstuur inrichting aangeschaft. Deze is bij vertrek helaas nog niet aan het roer gekoppeld.
Juni 2012: Op de Canarische eilanden hebben we de windvaan aangesloten. Op de roerkoning zit een (nood)helmstokje gelast waar de lijntjes van de windvaan met curry-klemmen aan vastzitten. Dit is tegen het advies van Monitor, omdat het stuurwiel als groot vliegwiel meegetrokken moet worden, maar het werkt fantastisch. In tegenstelling tot veel mensen die we spreken, hebben we geen enkel probleem gehad met instellen. De eerste keer dat we hem aansloten stuurde hij meteen perfect. Alleen bij matige of zachte wind recht van achter blijven we niet goed op koers.
Omdat we geen radar hebben, kiezen we voor een AIS transponder. Zo kunnen andere schepen ons ook zien. Om de gegevens van andere schepen te kunnen visualiseren hebben we een laptop met navigatie software. We willen de AIS ook aansluiten op onze marifoon met beeldschermpje. Zo zouden we een alarm kunnen zetten voor het geval er een ander schip in de buurt komt zonder het stroomverbruik van de laptop.
Voor het binnenhalen van grib-files (weerberichten) en om overal ter wereld contact te kunnen leggen met reddingsdiensten en de radiomedische dienst hebben we een kortegolf zender gekocht. Een radio met een bereik van zo’n tienduizend kilometer, via een modem gekoppeld aan de laptop. Helaas is ook deze nog niet aangesloten want we hebben er hoge verwachtingen van. Hiermee kunnen we op zee contact leggen met andere schepen en zelfs mailen. Leuk voor het thuisfront.
Juni 2012: Ook de radio hebben we aangesloten op de Canarische eilanden. We hebben alles zelf gedaan en het viel ons enorm mee. Vooral hoe moeilijk het was. De radio werkt uitstekend en via de modem en de computer kunnen we mailen en grib-files ophalen. En het is natuurlijk mooi meegenomen dat we op zee zelfs kunnen bloggen!
Juni 2012: In Ushuaia hebben we onze Webasto heteluchtkachel geïnstalleerd. Net te laat, want het was inmiddels goed koud. Voor vertrek uit Nederland hadden we de luchtslangen al door het schip gelegd; verreweg het meeste werk. De kachel doet het voortreffelijk en binnen een half uur maakt hij het van 0 graden al een comfortabele 18. Daarnaast doet de droge lucht de luchtvochtigheid binnen sterk dalen. Heel fijn in de strijd tegen condens. Als de kachel de hele dag aanstaat (’s nachts uit) verbruiken we ongeveer 3 liter diesel. Daar komt nog wel bij dat hij gemiddeld 3 ampère stroom vraagt. Vrij veel, maar het is het hier zeker waard!
Aan de andere kant van het stroombudget hebben we twee 50W zonnepanelen, maar ook deze zijn nog niet aangesloten bij vertrek. Zodra we de elektrische stuurautomaat kunnen vervangen door de windvaan en de zonnepanelen werkend hebben zouden we redelijk uit moeten komen qua energie verbruik. Naast de startaccu voor de motor hebben we drie 100Ah accu’s voor het boordnet. Om ze niet verder dan tot halverwege te ontladen hebben we dus 150Ah tot onze beschikking. Zolang de zonnepanelen nog in de doos zitten moeten we op zee af en toe de motor starten om de accu’s bij te laden. Een oude reserve accu gaan we in de punt onder de elektrische ankerlier plaatsen, maar ondanks diens enorme stroomverbruik heeft dat weinig invloed op de energiebalans omdat we tijdens het ankerop gaan vrijwel altijd de motor aan zullen hebben.
Juni 2012: Op de Canarische eilanden hebben we de zonnepanelen aangesloten.We hebben ze zo ver mogelijk achterop aan de zeereling gemaakt. Zo zijn ze stelbaar en inklapbaar en zitten ze niet in de weg. In de tropen laden ze goed en komen we (bijna) rond qua stroomverbruik. We gebruiken op zee ongeveer 40Ah per dag en we laden gemiddeld 30Ah. Meestal moet de motor, wegens windstilte, toch eerder aan dan dat onze accu’s leeg zijn en dus hebben we zelden de motor gestart om stroom te draaien. Op hogere breedtegraden hebben we nog weinig ervaring.
Voor vertrek investeren we goed in ons anker en ankerbeslag. We kopen een grote elektrische ankerlier en laten door een vriend een mooie steun en ankerrol op de boeg maken. We hebben geen tijd meer om de ankerlier aan te sluiten, dus vooralsnog is ankeren een kwestie van spierballen. Als anker hebben we een 22kg ploegschaar anker. Een flinke jongen, met daaraan vast 50 meter 10mm ketting. Als reserve anker hebben we nog een 15kg Danforth. Dat kan als (licht) hekanker gebruikt worden, of tandem, aan dezelfde ketting als het hoofdanker.
Juni 2012: Inmiddels ligt er op de boeg een 20kg Bruce anker. Dat hebben we in Brazilië gekocht toen bleek dat ons 22kg ploegschaaranker niet naar behoren functioneerde. De ploegschaar is geen echte CQR maar een namaak model en daar blijkt nogal wat verschil tussen te zitten. Hij valt eigenlijk altijd op zijn kant en heeft zich geen één keer goed ingegraven. De Bruce is fantastisch en zijn gewicht in goud waard (al is RVS ook goed aan de prijs). We liggen weer als een huis.
Mocht het allemaal echt misgaan, dan hebben we aan de hekstoel een reddingsvlot hangen. Ook hebben we een Epirb. Dat is een klein zendertje dat via de satelliet een alarmsignaal uitzendt naar de kustwacht met onze gegevens en positie.
Maar gezien de prestaties tot nu toe vertrouwen we erop dat de Pinta ons trouw over de wereldzeeën meeneemt en hoe meer we zeilen hoe meer we het gevoel hebben dat ze goed voor ons zorgt!
Een reactie plaatsen
Comments 0